Mijn AfvalAlles over afvalstort plekken

Frequently Asked Questions (FAQ)

Klik op een rubriek naam voor meer informatie.

Papier

Wat is de belangrijkste grondstof voor papier en karton?

Niet hout, maar oud papier is in Nederland de belangrijkste grondstof voor papier en karton. Nederland behoort zonder meer tot de kampioenen in de wereld als het gaat om hergebruik van oud papier. Nederland produceerde in 2000 ruim 3,3 miljoen ton papier en karton. Daarvoor werd 75 procent (2,5 mln. ton) oud papier en karton gebruikt en 25 procent (0,8 mln. ton) hout.

Welk hout wordt het meest gebruikt voor papier en karton?
De belangrijkste houtsoorten die in Europa worden gebruikt voor de productie van papier en karton zijn naaldhout en loofhout. Het overgrote deel komt uit productiebossen en plantages in Scandinavië, zuidwest Europa en Noord-Amerika. Die bossen worden duurzaam beheerd. De papierindustrie gebruikt vooral dunningshout - kleine bomen en snoeihout als takken en kleine stammen - en zagerijresten. De dikkere delen van de stammen en de grotere bomen worden gebruikt voor de bouw-, meubel- en emballage-industrie.
Welke wet- en regelgeving is er voor papier en karton?
Het overheidsbeleid voor papier en karton in vastgelegd in het Convenant Verpakkingen en in het Landelijk Afvalbeheerplan is voor het convenant is de Regeling verpakking en verpakkingsafval. In de regeling staat onder meer dat overheid en bedrijven vrijwillige afspraken kunnen maken of, als dat niet lukt, dat de overheid bindende afspraken kan opleggen.

Voor papier en karton zijn op vrijwillige basis afspraken gemaakt. Die afspraken zijn vastgelegd in het deelconvenant papier en karton (ook wel het papiervezelconvenant genoemd). Het deelconvenant is onderdeel van het Convenant Verpakkingen. In het deelconvenant staan ook de afspraken over het papier en karton dat niet voor verpakkingen wordt gebruikt, zoals bijvoorbeeld kopieer- en krantenpapier.

In het LAP staat het afvalbeleid van de overheid beschreven. Het LAP bevat voor elke afvalstof een zogenaamd sectorplan. De uitgangspunten voor papier en karton staan beschreven in sectorplan 18.
Hoe is de inzameling geregeld?

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inzameling van oud papier en karton van haar inwoners. Gemeenten moeten de inzameling organiseren en betalen. Hoe ze dat doen, mogen ze zelf weten. Ze kunnen papierbakken plaatsen of inwoners vragen hun papier en karton ergens in te leveren. De gemeenten kan er ook voor kiezen de inzameling over te laten aan een sportclub of vereniging. Klik hier om te zien hoe de inzameling in uw gemeente is geregeld.

Wie zamelt het papier en karton van bedrijven en kantoren in?
Gemeenten zijn niet verantwoordelijk voor de inzameling van papier en karton van bedrijven, kantoren en instellingen. Die moeten zelf hun voorzieningen treffen. Daarvoor kunnen ze het beste contact opnemen met een papierinzamelaar in de buurt. Kijk daarvoor op de website van de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI).
Wat gebeurt er met het ingezamelde oud papier?

Van ingezameld oud papier wordt weer nieuw papier gemaakt, bijvoorbeeld voor kranten of kringlooppapier. Door papier opnieuw te gebruiken, hoeven minder bomen te worden gekapt. Op milieuvriendelijk papier staat een milieukeurmerk. U kunt dit papier kopen bij warenhuizen, kantoorboekhandels en natuurvoedingswinkels.
Het oud-papierbedrijf sorteert het papier en karton. Vervolgens worden drukinkt en andere verontreinigingen verwijderd en worden het papier en karton met behulp van chemicaliën opgelost in water. Uit de pulp wordt weer papier en karton gemaakt. Papiervezels kunnen ongeveer 6 keer worden hergebruikt. Omdat de vezels door recycling steeds korter en slapper wordt, worden ook verse houtvezels toegevoegd.

Wat kan je doen tegen reclamedrukwerk?

Een nee/ja of nee/nee sticker om papierafval van folders te voorkomen zijn verkrijgbaar bij het stadsdeelkantoor. Indien je na het bevestigen van de sticker tóch nog reclame ontvangt, dan kun je een klacht indienen bij de Stichting Reclame Code via een online klachtenformulier.
Ook geadresseerde reclamepost kun je stopzetten via www.postfilter.nl.

Toch de reclame nog bekijken? Dat kan heel gemakkelijk online via websites als Reclamefolder.nl en Folderz.nl.

Zijn er nog meer tips om papierverbruik te beperken?
Beschrijf papier zoveel mogelijk aan beide kanten, gebruik 'weggooipapier' (bijvoorbeeld mislukte kopieën en eenzijdig beschreven schrijfpapier) als kladblaadjes en kopieer zoveel mogelijk dubbelzijdig. Hergebruik bijvoorbeeld enveloppen.
Wees verder kritisch met verpakkingsmaterialen: koop producten in een enkele verpakking. Koop producten van kringlooppapier. Verwijder bij oud papier kunststofbinders, omslagen en paperclips.
Wat is het overheidsbeleid voor papier en karton?
De overheid stimuleert de gescheiden inzameling van papier en karton. De inzameling is een taak van gemeenten. Zij betalen en organiseren de inzameling. Dat is geregeld in provinciale milieuverordeningen. Gemeenten kunnen papier en karton huis-aan-huis ophalen, papierbakken plaatsen of de inzameling aan sportverenigingen en kerkelijke of maatschappelijke organisaties overdragen.

Wat verpakkingen betreft is het beleid gericht op het voorkomen van afval en op de gescheiden inzameling van afval. De overheid wil dat zo min mogelijk verpakkingsmateriaal wordt gebruikt, dus ook zo min mogelijk papier- en kartonverpakkingen. Bedrijven spelen daarbij een grote rol. Zij kunnen bij het ontwerp van een product zo veel mogelijk rekening houden met de milieugevolgen van de afgedankte verpakking. Hierdoor zijn verpakkingen de afgelopen jaren lichter geworden.
Hoeveel papier en karton wordt gebruikt?
In 2000 werd in Nederland ruim 4 miljard kilo papier en karton gebruikt: van kranten, kopieerpapier en boeken tot toiletpapier en servetten. Minder dan de helft daarvan - ongeveer anderhalf miljard ton - wordt gebruikt voor verpakkingen als eierdozen, melkpakken en verhuisdozen. Elke Nederlander gebruikt jaarlijks gemiddeld tweehonderd kilo papier. Dat is meer dan een halve kilo per dag. Bijna een kwart van alle afval bestaat uit papier en karton.

Glas

Wat is glas?

Glas is een harde, doorzichtige stof gemaakt van gesmolten zand, kalk en soda. Voor het maken van glas wordt ook voor een groot deel gebruik gemaakt van glas dat in de glasbak is gegooid. Van dit glas worden weer nieuwe verpakkingen gemaakt zoals flessen en potten, maar ook deodorantrollers, kruidenpotjes en parfumflesjes.

Hoeveel glas wordt jaarlijks ingezameld?
Nederland is kampioen in het recyclen van glas. Elke Nederlander gebruikt zo’n 30 kilo verpakkingsglas, 78% hiervan wordt in de glasbak gegooid. Dat glas wordt gebruikt bij het maken van nieuw glas. Het hergebruiken van glas zorgt ervoor dat er minder grondstoffen nodig zijn en het bespaart energie (zo’n 15%).
Wat gebeurt er met het ingezamelde glas?

Het ingezamelde glas is meestal verdeeld in drie stromen, wit (doorzichtig) glas, groen glas en bruin glas. Dit glas wordt apart ingezameld omdat alleen van 100% wit glas weer nieuw wit glas gemaakt kan worden. Ook het bruine glas mag niet vervuild worden, mocht u dus een blauwe fles hebben dan kan deze bij het groene glas.

Wanneer het glas is ingezameld en naar het verwerkingsbedrijf is gebracht, wordt daar het niet-glas verwijderd. Metalen doppen gaan bijvoorbeeld naar de Hoogovens om gerecycled te worden. De papieren etiketten worden losgeweekt en het papierpulp gaat vervolgens naar een fabriek waar er bakstenen van worden gemaakt. Ander vuil, dat mensen onterecht in de glasbak hebben gegooid, wordt eruit gehaald en gaat naar de gewone vuilverbranding. Het kleine beetje vuil dat nog aan het glas zit verbrandt op het moment dat het glas zo verhit wordt dat het smelt. Van het glas zelf blijft nog wat vervuild gruis over, dit wordt gebruikt in de wegenbouw.

Bij mij in de buurt staan bakken met openingen voor groen, wit en bruin glas. Ik doe mijn glas daar altijd netjes gesorteerd in. Maar laatst zag ik dat de bakken werden geleegd in één vrachtwagen. Dat is toch zinloos?
Dit is een wijdverbreid misverstand. De vrachtwagens die deze speciale glasbakken legen, hebben een bijzondere laadbak met verschillende compartimenten waar de verschillende kleuren in worden geleegd. Er gaat dus niks op één hoop. De glasbranche heeft grote behoefte aan glas dat op kleur is gescheiden. Ongeveer 60% van al het verpakkingsglas is namelijk wit, terwijl maar 50% van alle glasbakken geschikt is voor kleurscheiding. Dit houdt in dat er altijd een tekort is aan witte scherven en soms een overschot aan gemengde scherven (alle kleuren door elkaar). Van deze gemengde scherven kan geen wit glas meer gemaakt worden.

GFT

Hoeveel gft wordt jaarlijks weggegooid en ingezameld?

Bijna de helft van ons huishoudelijk afval bestaat uit groente-, fruit- en tuinafval. Dat zijn behalve fruitschillen en groenteresten bijvoorbeeld ook theezakjes, visgraten, broodkorsten en klein snoeiafval. Gft-afval wordt ook wel organisch afval genoemd. In de natuur verteren deze stoffen en dienen ze als voeding voor planten en dieren.

In totaal werd in 2005 1.362 kiloton huishoudelijk gft-afval (dat is 1.362 miljoen kilo) gescheiden ingezameld. Dat is 84 kilo per persoon per jaar. Toch is dit maar ongeveer de helft van de totale hoeveelheid huishoudelijk gft-afval. De andere helft is niet gescheiden ingeleverd en bij het restafval terecht gekomen.

Hoe is de inzameling van gft van bedrijven geregeld?
Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor het scheiden van hun afvalstoffen. Dat geldt dus ook voor groente-, fruit- en tuinafval. Bedrijven moeten op grond van de Wet milieubeheer een milieuvergunning hebben of ze moeten vallen onder de algemene regels van de zogenaamde 8.40 AMvB's (algemene maatregelen van bestuur die zijn gebaseerd op hoofdstuk 8.4 van de Wet milieubeheer). Voor bedrijven die vergunningplichtig zijn, kan de verplichting tot afvalscheiding in de vergunning staan. Voor bedrijven die vallen onder de 8.40 AMvB's vloeit de verplichting uit de AMvB voort.
Hoe voorkom je (stank)overlast van de groene bak?
Een gft-bak kan erg stinken, zeker in de zomer. Soms komen er vliegjes of zelfs maden (larven van vliegen) uit. U kunt dit grotendeels voorkomen door op het volgende te letten:
  • zet de container op een koele plek uit de zon;
  • gooi geen vochtig afval in de container. Laat gemaaid gras bijvoorbeeld een dagje drogen en laat vochtige etensresten in het gootsteenbakje uitlekken;
  • verpak snel bedervende, stinkende etensresten als vlees en vis in een krant;
  • maak de container regelmatig schoon met alleen water en eventueel groene zeep. Gebruik geen chloor want dit is schadelijk voor het milieu;
  • leg een oude krant op de bodem, dit maakt het legen van de container makkelijker. U kunt ook BioZakken of papieren gft-zakken gebruiken. Deze zijn te koop in verschillende supermarkten;
  • zorg dat de container goed gesloten blijft;
  • maak gebruik van een anti-stankdeksel. Deze zijn verkrijgbaar in verschillende doe-het-zelfzaken en tuincentra.
  • In de winter kan gft-afval vastvriezen. Dit kunt u voorkomen door een krant op de bodem te leggen en vochtig afval eerst te laten drogen.
Waarom wordt het gft-afval niet ná inzameling gescheiden?
Dat gebeurt wel, maar slechts op kleine schaal. In Nederland staat één zogenaamde scheidings- en vergistinginstallatie (in Groningen) waar afval gescheiden wordt. Uit het organische afval wordt vervolgens energie gewonnen. Deze methode is echter duur en er blijft een kleine hoeveelheid materiaal over dat te vervuild is om compost van te maken.
Wat gebeurt er met de compost die van gft-afval wordt gemaakt?
Van de ongeveer 600.000 ton compost die in de 25 Nederlandse composteerinstallaties geproduceerd wordt, gaat ruim de helft naar de land- en tuinbouw. Daar wordt het gebruikt als meststof en bodemverbeteraar. Ook wordt gft-compost gebruikt als potgrond, hierdoor wordt het afgraven van veen in Oost-Europa en Ierland beperkt. Een klein deel van de geproduceerde compost gaat naar de groensector (parken en sportvelden) en naar particulieren. Ook wordt compost naar België en Duitsland geëxporteerd.
Wat betekent het kiemplantlogo op een product?
Het kiemplantlogo wordt afgebeeld op producten van biologisch afbreekbaar plastic. Het gaat dan met name om afvalzakken en verpakkingen van groente en fruit (zakken en netjes), maar ook andere verpakkingen en eenmalige producten kunnen het logo dragen. Producten met het kiemplantlogo zijn composteerbaar. Afvoer via de biobak is niet nadelig voor het composteerproces en voor de compostkwaliteit. Toch wil dat niet zeggen dat afvoer via de groene biobak overal is toegestaan; dat verschilt per gemeente en hangt af van het contract dat de gemeente met het composteerbedrijf heeft. Om hierover zekerheid te krijgen kunt u het best contact opnemen met uw gemeente. In wijken waar geen gft-afval wordt ingezameld of in gemeenten die het afvoeren van biologisch afbreekbare plastics via de biobak niet toestaan, kunt u met een gerust hart het biologisch afbreekbaar plastic bij het restafval doen. Zelfs als u het op die manier aanbiedt, is het gebruik van biologisch afbreekbaar plastic nog voordelig voor het milieu. Dat komt door de hoge verbrandingswaarde en het vermijden van fossiele brandstoffen. Verbranding van deze plastics leidt daarom tot duurzame energie.

KCA

Welke producten behoren tot het kca?

De lijst met klein chemisch afval producten is voor het laatst in 2001 aangepast. Een aantal producten - onder meer nagellak en vlooienbanden - is destijds van de lijst afgevoerd. Door de verbeterde verbrandingstechnieken van de afvalverbrandingsinstallaties levert dit afval geen gevaar meer op voor het milieu. De hogere temperatuur vernietigt de schadelijke stoffen en de uitgestoten rookgassen worden gereinigd.
Klein chemisch afval is niet meer te herkennen aan een kca-logo. Producenten en importeurs zijn sinds 9 januari 2007 niet meer verplicht om het kca-logo op hun producten aan te brengen. Dit komt doordat het Besluit kca-logo is ingetrokken.

Welke stoffen in kca kunnen worden hergebruikt?
Het metaal uit batterijen en accu's is geschikt voor hergebruik. Van het zink worden bijvoorbeeld dakgoten gemaakt en van het staal spijkers en staaldraad. Cadmium komt weer terug in nieuwe batterijen. Ook het glas van tl-lampen en spaarlampen wordt opnieuw gebruikt, bijvoorbeeld voor nieuwe lampen. Van foto-ontwikkelaar en -fixeer is het waardevolle zilver weer bruikbaar. Olie ten slotte wordt als brandstof benut.
Wat gebeurt er met het materiaal dat niet kan worden hergebruikt?
Het zogenaamde restafval gaat naar speciale verbrandingsovens. De hoge temperatuur vernietigt de schadelijke stoffen en reinigingsinstallaties zuiveren de gassen die daarbij vrijkomen. Door een sterke verbetering van de verbrandingstechniek kan steeds meer afval op die manier onschadelijk worden gemaakt. Kca dat niet kan worden gerecycled of verbrand, wordt veilig opgeslagen.
Wat is klein chemisch afval?
Klein chemisch afval (kca) is huishoudelijk afval waar chemische stoffen inzitten die schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu. Het afval bevat bijvoorbeeld lood, kwik, cadmium, chroom of organische oplosmiddelen. Deze stoffen verontreinigen de reststoffen (slakken en rookgasreinigingsresidu) die overblijven na verbranding, hierdoor kunnen deze moeilijker nuttig worden toegepast. Ook veroorzaken ze bij verbranding luchtvervuiling en bij storting vervuilen ze het grondwater.
Producten als spaarlampen en oplaadbare batterijen behoren ook tot het kca. Ze zijn dan wel milieuvriendelijker dan gewone gloeilampen en batterijen, maar bevatten nog altijd chemische stoffen. Kca wordt gescheiden ingezameld omdat het apart moet worden verwerkt. Ook is het nodig voor de veiligheid van de vuilnismannen. Zij zouden anders in aanraking kunnen komen met gevaarlijke, bijtende stoffen.
Hebben kca-producten een speciaal logo?
De meeste producten hebben geen klein chemisch afval-logo meer. Producenten en importeurs zijn sinds 9 januari 2007 niet meer verplicht producten te voorzien van het kca-logo. Dit komt doordat het Besluit kca-logo is ingetrokken, dat voorzag in de etikettering van bepaalde producten met het kca-logo. Het Besluit kca-logo bleek niet gebaseerd te zijn op Europese richtlijnen en dat mag niet. Het kca-logo blijft wel verplicht voor batterijen die gevaarlijke stoffen bevatten, en elektrische en elektronische apparatuur (zoals televisies, koelkasten, tl-buizen en spaarlampen). Die verplichting berust namelijk wel op Europese richtlijnen.

Apparaten

Hoeveel elektrische en elektronische apparaten gooien we jaarlijks weg?
Per jaar gaat het om een flinke hoeveelheid van in totaal 114,7 miljoen kilo afval (cijfers 2005). Per persoon per jaar is dat ruim 7 kilo apparatuur die op een of andere manier bij het afval terecht komt. Dit afval wordt voor een deel (79%) gescheiden ingezameld. De rest (vooral kleinere apparaten zoals mobieltjes, elektrische tandenborstels, scheerapparaten) verdwijnt direct in de vuilnisbak.
Waarom worden afgedankte elektr(on)ische apparaten apart ingezameld?
Elektr(on)ische apparaten worden om twee redenen apart ingezameld. Deze apparaten bestaan voor een groot deel uit materialen die opnieuw bruikbaar zijn. Ook bevatten ze materialen welke schadelijk zijn voor het milieu. Het gaat dan bijvoorbeeld om koper, plastic (PVC), koelvloeistoffen, isolatiemateriaal en printplaten. Deze moeten worden gescheiden. Wanneer hergebruik niet mogelijk is, dient het afval zo milieuvriendelijk te worden verwerkt.
Wat zijn de verplichtingen voor detaillisten (en andere distributeurs zoals postorderbedrijven en internetwinkels)?
Bij de verkoop van een apparaat moet de detaillist een soortgelijk apparaat dat wordt afgedankt innemen van de klant, als de klant dat wenst. Dit dient de detaillist gratis te doen. Een soortgelijk apparaat is een apparaat dat dezelfde functie heeft als het apparaat dat gekocht wordt. Dus bij aankoop van een koffiezetapparaat mag een ander koffiezetapparaat (ongeacht merk of omvang) worden ingeleverd. Alle bijbehorende hulpstukken en onderdelen mogen ook ingeleverd worden. Het apparaat hoeft niet meer te werken. Deze verplichting geldt ook voor verlichting als tl-buizen en spaarlampen.
Wat zijn de verplichtingen voor gemeenten?
De Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur kent de volgende verplichtingen voor gemeenten.
  • In de gemeentelijke afvalstoffenverordening moet staan dat de gemeente zorg draagt voor de gescheiden inzameling van afgedankte apparatuur bij particuliere huishoudens. Deze haalplicht geldt niet voor apparatuur die wordt afgedankt door bedrijven, kantoren, scholen en andere instellingen, ook niet als het om evenveel apparatuur gaat als particuliere huishoudens inleveren.
  • Gemeenten moeten er zorg voor dragen dat er op ten minste één plaats binnen de gemeente voldoende gelegenheid is om afgedankte apparatuur van particuliere huishoudens gratis achter te laten. Het gaat hier om een brengvoorziening. Niet alleen particulieren, maar ook scholen, bedrijven, instellingen en andere niet-particulieren kunnen hier in bepaalde gevallen hun afgedankte apparatuur gratis kunnen afgeven. De gemeente is verplicht tot gratis inname als de afgedankte apparatuur qua aard en hoeveelheid gelijk is aan afgedankte apparatuur van particuliere huishoudens. Een gewone koelkast mag bijvoorbeeld wel, maar een grote koelinstallatie niet.
    Verder moet de gemeente als het om apparaten gaat die via de 'oud voor nieuw'-regeling zijn ingeleverd bij de detaillist ook gratis de apparatuur innemen die door detaillisten wordt ingeleverd.
Wat zijn de verplichtingen voor producenten en importeurs?

De producent (of importeur) van elektr(on)ische apparatuur is verantwoordelijk voor het afvalbeheer van de apparaten die worden afgedankt. De producent moet een inname- en verwerkingsstructuur opzetten. Voor consumentenapparatuur (apparatuur uit particuliere huishoudens) zijn er twee collectieve systemen die beheerd worden door de NVMP en stichting ICT-Milieu . Voor de professionele apparaten zijn er meerdere systemen (zowel collectief al individueel). Naast de regels voor inname en verwerking van de apparaten stelt de regelgeving nog een aantal andere verplichtingen.

Textiel

Wat is textiel?

Textiel is eigenlijk alles dat geweven is. Het is afgeleid van het Latijnse woord texere wat weven betekent. Textiel kan echter ook stoffen zijn die gebreid, gehaakt, geknoopt of gesponnen zijn. Van textiel wordt van alles gemaakt, bijvoorbeeld T-shirts, jeans, winterjassen, lakens, vlaggen, maar ook zeilen en poetsdoeken. Tapijt en vloerbedekking dat van textiel is gemaakt, hoort ook bij de textielstroom. Ook schoenen vallen onder textiel.

Wat is het overheidsbeleid voor afgedankt textiel?
Het afvalbeleid voor textiel is gericht op het voorkomen van textielafval en het scheiden van textiel met het oog op het opnieuw gebruiken van het textiel. Het liefst wil de overheid dat zo min mogelijk textiel wordt weggegooid.
VROM is namens de overheid verantwoordelijk voor het afvalbeleid. Dit beleid is vastgelegd in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP). Hoofdstuk 14 van dit plan gaat over textiel.
Hoeveel textiel wordt weggegooid?
Afgedankt textiel wordt gescheiden ingezameld en zoveel mogelijk nuttig toegepast. In 2000 gooiden consumenten en bedrijven 218 kiloton of kton (1 kton is 1.000.000 kilo) textiel weg. Daarvan is 72 kton textiel gescheiden ingezameld voor hergebruik. Dat is een derde van al het afgedankt textiel. De rest, 146 kton, kwam op de vuilstort terecht of is verbrand.
Wat houdt preventie in?
Preventie betekent dat zo min mogelijk textiel wordt weggegooid. Preventie speelt vooral een rol bij bedrijven, voornamelijk in de textiel- en tapijtindustrie. Een bedrijf kan een product op zo’n manier ontwerpen dat weinig of geen textiel wordt verspild. Ook intern hergebruik valt onder preventie. Bij intern hergebruik wordt bijvoorbeeld snijafval en garenresten verzameld en weer opnieuw gebruikt bij het maken van producten.
Wat houdt hergebruik in?
Er zijn twee soorten hergebruik: producthergebruik en materiaalhergebruik. In het eerste geval wordt het product bij hergebruik precies zo gebruikt als daarvoor. Een voorbeeld is het hergebruik van afgedankte kleding als tweedehands kleding. Bij materiaalhergebruik wordt het product voor iets anders gebruikt als waarvoor het oorspronkelijk was gemaakt. Zo wordt van niet-bruikbare kleding poetslappen gemaakt of bijvoorbeeld vulling voor matrassen.
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het inzamelen van textiel uit huishoudens. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor gescheiden inzameling en afvoer van textiel uit hun bedrijf.
Wat gebeurt er met ingezameld textiel?
De inzamelbedrijven verkopen het textiel en schoenen meestal aan speciale sorteerbedrijven. De sorteerbedrijven halen de nog goed draagbare kleding en schoenen uit de textielstroom. De kleding en schoenen worden gesorteerd op categorie (dames, heren en kinderkleding) en naar materiaalsoort (bijvoorbeeld wol of katoen) en uiteindelijk geëxporteerd naar vooral ontwikkelingslanden.
Textielsorteerbedrijven voeren tweedehands kleding uit naar meer dan 100 landen.
Onbruikbare kleding wordt ontdaan van onder andere haken en knopen en in rechthoekige lappen gesneden. Die worden als poetsdoeken gebruikt in een groot aantal bedrijven waaronder garages, machinefabrieken, drukkerijen, het leger en de spoorwegen.
Een deel van het overige textiel wordt onder andere gebruikt voor de productie van dekens, vilt voor geluidsisolatie en garens voor vloerbedekking. Gemiddeld is zo'n 8% van het ingezamelde textiel, dit deel wordt verbrand.
Waar wordt de opbrengst van de verkochte ingezamelde kleding aan besteed?
Charitatieve instellingen hebben vaak een bepaalde doelstelling waaraan zij de opbrengsten van de textielinzameling aan besteden. Ze leveren hierdoor een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de bevolking in een groot aantal ontwikkelingslanden. Een gedeelte van het geld wordt gebruikt om de organisatie draaiend te houden. Zo worden bijvoorbeeld de kosten voor het vervoer hier van afgetrokken (brandstof, onderhoud, e.d.). Het bedrag dat na aftrek van deze en andere organisatiekosten overblijft wordt gebruikt voor de financiële ondersteuning van goede doelen in binnen en buitenland.
Ook de bij de VHT aangesloten commerciële inzamelaars besteden een deel van de opbrengst aan een goed doel. Vanwege de commerciële aard van de organisatie is het percentage dat naar het goede doel gaat uiteraard wel lager.